前へ  次へ  目次へ

第11章

 

11.1 縮小形


英語と比べますと、縮小形はオランダ語においてずっと多く用いられます。原則的には、対象物が小さいことを示すという機能を持ちます。もっと抽象的な用法としては、軽蔑、感謝、尊敬、愛情などを表すのに用いられます。その意図した意味は文脈から判断されます。'huisje'(little house) は、縮小形の様々な機能を例示するのに適当でしょう。:

軽蔑を表す例 : Ik wil niet in zo'n huisje wonen.
感謝を表す例 : Ik ben erg blij met ons huisje!
縮小形を形成する基本的な接尾辞は‐je です。名詞が -p, -k, -t, -d, -g, -s で終わる時にはこの形が用いられます。
例えば、:stap(step) - stapje;boek - boekje; voet(foot) - voetje; hand(hand) - handje; oog(eye) -oogje; mes(knife) - mesje, etc.
単語が -l, -n, or -r で終わる場合、接尾辞は -tje となります。
例えば:stoel(chair) - stoeltje; zoen(kiss) - zoentje; rivier(river) -riviertje.
いくつかのケースでは、発音上の理由から子音が重記されます。
例えば:bel(bell) - belletje; man - mannetje; ster(star) - sterretje.
単語が -m で終わる場合、-etje という接尾辞を取ることがあります。例えば:
bloem - bloemetje; som(sum) - sommetje; lam(lamb) - lammetje.


アクセントのない接尾辞 -ing の ‐g は -k に変化した上で -je が加えられます。

例えば: koning(king) - koninkje; ketting(chain) -kettinkje.
 Het hondje knauwde(chewed) op het beentje (bone)bij een boompje voor het woninkje (house) van het mannetje.


不規則な複数形を持つ名詞は、たいてい不規則な縮小形を持ちます。'schip'(ship) の複数形は 'schepen'ですが、縮小形は 'scheepje'となります。同じように、 'gat'(hole) の複数形は 'gaten' ですが、縮小形は 'gaatje' です。

他には: blad(sheet or leave) - blaadje;glas(glass) glaasje; pad (path) - paadje; vat(barrel) - vaatje.


単語によっては不規則な縮小形を持ちます。

例えば: ring - ringetje;jongen - jongetje。
あるいは、二つ以上の縮小形を持つものもあります。(第二のものは通常古風な言い回しです)。
例えば: pop - poppetje またはpopje; brug - bruggetje または brugje; weg - weggetje または wegje;kip(chicken) - kippetje または kipje.


'meisje' が少女の意味で用いられる時には、縮小形しかない単語として理解
されます。'meid'(maid) という名詞は実際的には廃語だからです。
 
 

練習 83. 以下の単語の縮小形を示しなさい。

boek, kast (closet), stad, kleed (rug, carpet), klok (clock), kind,klomp (clog), koek (cake), zin (sentence), vork (fork), rivier(river),deel (part), dier (animal), stroom (stream), bezem (broom), schoen(shoe), vriend (friend), papier, voet (foot), trap (stair), rand(edge), woord, som, lepel (spoon), middel (middle), zee (sea), bal(ball), lichaam (body), vraag (question), plek (spot), auto, fiets,pen, deken (blanket), fornuis (stove), bed, man, probleem, zon (sun),kant (side), kopie (copy), staat (state), werk (work), bril(eye-glasses), oog, neus (nose), duim (thumb), lamp, plant, bank,boom, taal (language), mens (human being, person), soldaat (soldier),schrijver, tuin, wagen, regering (government), prijs (price).

 
 

単語を覚えましょう

de geest - the spirit 
het lichaam - the body 
de tennisbaan - the tennis court 
de poos - the period, while 
de wedstrijd - the match 
de keer - the time
de kar - the car(t) 
de stok - the stick 
de zaal - the hall 
de pluim - the birdie 
de steel - the handle, stem, stalk 
de spreuk - the motto, logo 
de uitzondering - the exception

winnen (van) - to beat, win 
gooien - to throw 
tennis(sen) - (to play) tennis 
golf(en) - (to play) golf 
eindelijk - at last 

bijna - almost, nearly 
gauw - soon, quickly 
(on)sportief - (un)sportsmanlike, (un)fair 
gezond - healthy 
spannend - exciting, gripping 
saai - boring 
liever - rather 
waar - true 
kort - short 
allerlei - all sorts of 
samen - together 
het spijt me - I am sorry, I regret it 
in het algemeen - in general 
net als - just like 
zomaar - for no (apparent) reason 
vorig(e) - previous 
er uitzien - to look like, appear 
om de beurt - in turn

 
 
 

オランダ語を読んでみましょう

健全なる精神は健全なる肉体に宿る EEN GEZONDE GEEST IN EEN GEZOND LICHAAM

Moeder: Zo, zijn jullie er eindelijk? Jullie zijn wel een beetje laat, hoor!
Henk : Ja, het spijt me. We hebben zo lekker gespeeld! 
Moeder: Waar hebben jullie getennist? 
Henk: Op de schoolbaan. We hebben van 4.00 uur tot bijna zes uur gespeeld. En toen hebben we nog een poosje gekeken naar een paar andere wedstrijden. Het was erg spannend. 
Moeder: Speelt June goed? Ze ziet er erg sportief uit.
Henk : Ja, ze is ook goed.
Moeder: Heeft ze gewonnen?
Henk : Dat zeg ik niet.
Moeder: Waarom niet?
Henk : Zomaar niet.
Moeder: Zeker omdat ze een meisje is en jij het niet leuk vindt als een meisje het van jou wint.
Henk : Misschien.
Moeder: Ik ga vanmiddag zwemmen met mev. De Hoogh. Vandaag wil ik twintig baantjes doen. De vorige keer heb ik er vijftien gedaan.
Henk : Gaat tante Jane ook mee?
Moeder: Nee, die zwemt niet. In Amerika speelt ze golf.
Henk : O, daar weet ik niets van. Alleen dat je een balletje heel hard met een stok slaat; dan loop je een kilometer en dan sla je het balletje weer, enzovoort.
Moeder: Ja, het lijkt mij ook erg saai.
Henk : Ja, mij ook.
Henk : En wat doet Oom Cor?
Moeder: Die speelt racquetbal. Weet je wat dat is?
Henk : Ja, net zoiets als squash, denk ik. Je speelt het ook in een zaal maar niet met een racket met zo'n kort steeltje. Je speelt het wel tegen de muur, net als in squash. De twee spelers slaan het balletje om de beurt tegen de muur.
Moeder: Daar moet je zeker ook erg fit voor zijn. Ik ga liever een of twee keer in de week een paar baantjes zwemmen.
Henk : En weet u wat Jim doet?
Moeder: Je bedoelt zeker voor sport. Nee, ik weet het niet.
Henk : Hij speelt basketbal. U weet zeker wel wat dat is.
Moeder: Ja, ik weet het. 'Basket' is 'mand' in het Nederlands. Je speelt het in een zaal en je moet een bal in een mand gooien. Er zijn zes spelers aan een kant, denk ik.
Henk : Ik denk vijf.
Moeder: Samen weten we een heleboel van sport, zie ik.
Henk : Ja, dat is zo. En we vinden ook allebei sport belangrijk voor de gezondheid.
Moeder: Weet jij wat het Latijnse spreekwoord 'mens sana in corpore sano' betekent?
Henk : Nee, mijn Latijn is niet zo sterk.
Moeder: Dat betekent 'een gezonde geest in een gezond lichaam'.
Henk : Dat is mooi.
Moeder: In het algemeen is dat zo. Er zijn ook uitzonderingen.
Henk : Welke dan?
Moeder: President Roosevelt van de Verenigde Staten had geen gezond lichaam maar hij had wel een gezonde geest.

 

練習 84. Vertaal het bovenstaande gesprek in het Japans.

 

練習 85. Beantwoord de volgende vragen:

  1. Wat hebben Henk en June die middag gedaan?
  2. Hebben ze lang gespeeld?
  3. Wat hebben ze na het tennissen gedaan?
  4. Hoe waren de andere wedstrijden?
  5. Waarom wilde Henk misschien niet zeggen wie gewonnen heeft?
  6. Wat ging Moeder die middag doen?
  7. Hoeveel baantjes wilde ze zwemmen?
  8. Zwemt Jane?
  9. Wat doet ze in Amerika?
  10. Met wie ging Moeder zwemmen?
  11. Hoe vindt ze golf?
  12. Aan watvoor sport doet Oom Cor?
  13. Is racquetbal hetzelfde als squash?
  14. Speel je badminton met een balletje of met een pluimpje?
  15. Aan wat voor sport doet Jim?
  16. Hoeveel spelers zijn er aan een kant in basketbal?
  17. Vindt Moeder sport belangrijk?
  18. Wat betekent 'mens sana in corpore sano'?
  19. Hoe vindt Henk die spreuk?
  20. Hoe is Henks Latijn?
  21. Aan wat voor sport doe jij?
  22. Vind je sport belangrijk?
  23. Kan je zwemmen?
  24. Hoe vind je golf?
  25. Ken je iemand die, zoals President Roosevelt, geen gezond lichaam heeft (of had) maar wel een gezonde geest


前へ  次へ  目次へ