前へ  目次へ

第12章

 

12.1 再帰動詞

再帰動詞には、常に再帰的に用いられるものと、再帰的に用いられ得る動詞とがある。 zich schamen (to be ashamed) の格変化

 

練習 86. 日本語に訳しなさい

  1. Hij schaamt zich voor zijn gedrag (behavior).
  2. Ik herinner me zijn naam niet meer.
  3. Zij verbaasden zich over het mooie weer.
  4. Sommige mensen scheren zich 's avonds, andere 's morgens.
  5. Heb je je geergerd aan mijn opmerking (remark)?
  6. Wij verheugen ons op de zomervakantie.
  7. Ik verbaas me over    jevraag.
  8. Waarom haasten jullie je zo?
  9. Het kind bezeerde zich aan een stukje glas.
  10. Ik denk dat je je vergist.

 

練習 87. オランダ語に訳しなさい

  1. We must hurry!
  2. When do you always shave?
  3. She was surprised about how late it was.
  4. They were irritated.
  5. I remember that evening in May.
  6. I think (that) you are making a mistake.
  7. He hurt himself when he fell.
  8. Are you (pl.) looking forward to the end of the year?
  9. Hannie didn't remember the number of the page.

 

12.2 受動態

受動態の文では、動詞が" worden+過去分詞"の形になります。
能動態: Wij bakken ons brood altijd 's morgens vroeg.( We always bake our bread early in the morning.)
->
受動態: Ons brood wordt altijd 's morgens vroeg gebakken.(Our bread is always baked early in the morning.)

能動態: Ze voeren deze bloemen vijf keer per week uit.(They export these flowers five times a week.)
->
受動態: De bloemen worden vijf keer per week uitgevoerd.(The flowers are exported five times a week.)


時によっては真の主語に相当する行為の媒体や主体を明示することが必要になってきます。英語の 'by' に当るオランダ語は、この文脈においては 'door' です。 ( bij ではない!)

De bloemen worden door de kweker geexporteerd.(The flowers are exported by the grower.)
Het boek wordt door een bekende schrijver geschreven.(The book is written by a well-known author. )

 

練習 88. 以下の文をオランダ語に訳し、さらに受動態に書き換えなさい。

  1. The students learn all the new words.
  2. In The Netherlands they make good cheese.
  3. They pump the water out of the polders.
  4. The men repair the roads.
  5. In Eindhoven they make the best TV's in the world.
  6. You must translate this sentence.
  7. The Dutch grow beautiful flowers. (to grow - kweken)
  8. They send them to New York by plane.
  9. In the stores they sell them the same morning.
  10. Everybody admires this product.

  11. 参考:repair - repareren; road - weg; roads - wegen; the world - de wereld;to grow (flowers) - (bloemen) kweken; beautiful - prach- tig; by (plane) - per (vliegtuig); to sell - verkopen; the morn- ing - de morgen; product - (het) produkt; everybody - iedereen; to admire -bewonderen.

 

練習 89. Vertaal de bovenstaande zinnen in het Japans.

 

12.3 動詞から派生した形容詞

動詞から形容詞を作るには、英語の場合には 'to fly' - a flying object; 'to read' - a reading person のように動詞に-ing を付加します。この '-ing' に相当するのがオランダ語の '-d(e)' です。これは動詞の不定形に付加されます。
例えば: vliegen(to fly) - een vliegend voorwerp(object); 'lezen' - een lezende persoon.

 
 

単語を覚えましょう

de correspondent - the correspondent, agent 
het vaderland - the fatherland 
het moederland - the motherland 
het bedrijf - the company 
het fruit - the fruit 
het produkt - the product 
het zuivelprodukt - the dairy product 
de industrie - the industry 
de vertegenwoordiger - the representative 
de boter - the butter 
de kaas - the cheese 
het ei - the egg 
de fabriek - the factory 
het apparaat - the apparatus 
de expositie - the exposition 
de schotel - the saucer 
de communicatie - the communication

uitvoeren - to export 
exporteren - to export 
vliegen - to fly 
zaken doen - to do business

namelijk - namely 
al - already 
elektronisch - electronical(ly) 
huishoudelijk - domestic

aller(nieuwste) - very (newest) 
tevreden - satisfied, happy 

オランダ語を読んでみましょう

男同志の会話 MANNENPRAAT

Cor : Hoe lang heb je nog vakantie?
Vader : Nog twee weken.
Cor : Ben je tevreden met je nieuwe baan?
Vader : O ja, zeer tevreden.
Cor : Krijg je dan veel meer geld?
Vader : Nee, helemaal niet veel, maar het werk is wel veel inte- ressanter.
Cor : Is het veel anders dan je vorige baan?
Vader : Ja. Ik moet nu veel reizen en dat vind ik erg prettig.
Cor : Kom je ook een keer naar Amerika?
Vader : Ik denk het wel; misschien over een paar maanden al.
Cor : En komen Gerda en de kinderen dan ook?
Vader : Gerda wel, maar de kinderen waarschijnlijkniet - die moeten naar school. Ik blijf misschien wel een maand. Ik moet namelijk naar New York, naar Colorado en naar Californie.
Cor : Dat is leuk. Wat kom je eigenlijk doen?
Vader : Je weet natuurlijk dat Nederland veel industrieprodukten uitvoert, ook naar Amerika. Ik moet zaken doen met onze correspondenten in jouw nieuwe vaderland.
Cor : Wat wordt allemaal naar Amerika uitgevoerd?
Vader : Bedoel je door Nederland of door ons bedrijf?
Cor : Ik bedoel eigenlijk door jullie bedrijf maar ik wil ook wel graag weten wat allemaal door mijn oude vaderland - of is het moederland? - uitgevoerd wordt.
Vader : Wij exporteren alleen groente en fruit en zuivelproduk- ten, maar Nederland voert natuurlijk ook veel industrie- produkten uit. Ik benvertegenwoordiger voor de zuivel- produkten zoals boter, kaas en eieren.
Cor : Wat voor industrieprodukten voert Nederland uit?
Vader : Ben jij al in Eindhoven geweest?
Cor : Vroeger wel, maar waarom vraag je dat?
Vader : Je weet misschien dat daar een van de grootste fabrieken in de wereld staat waar elektronische apparaten gemaakt worden.
Cor : Ik wist wel dat daar een grote fabriek was maar niet dat het een van de grootste in de wereld was.
Vader : Ja, dat is zo.
Cor : Kan je die fabriek ook bezoeken?
Vader : Waarschijnlijk wel, maar ik weet dat ze een permanente expositie hebben die dagelijks door honderden mensen bezocht wordt. Het gebouw lijkt op een heel grote vliegende schotel en het heet 'Evoluon'; ik ben er al een paar keer geweest.
Cor : Dat wil ik ook graag zien.
Vader : We kunnen morgen gaan, als je wilt. Dan kunnen we de allernieuwste communicatie- en huishoudelijke elektro- nische apparaten zien die in de wereld gemaakt worden.

 

練習 91. Vertaal de bovenstaande tekst in het Japans.

 

練習 92. Beantwoord de volgende vragen:

  1. Hoe vindt Vader zijn nieuwe baan?
  2. Doet hij hetzelfde werk als in zijn vorige baan?
  3. Wat moet hij nu veel doen?
  4. Moet hij misschien een keer naar Amerika?
  5. Welke staten van Amerika moet hij bezoeken?
  6. Wie gaat met hem mee?
  7. Welke produkten worden door Nederland uitgevoerd?
  8. Wat wordt door Vaders bedrijf geexporteerd?
  9. Wat voor produkt is kaas?
  10. Wat staat er in Eindhoven?
  11. Wat wordt daar gemaakt?
  12. Hoe groot is de fabriek die in Eindhoven staat?
  13. Door hoeveel mensen wordt het Evoluon bezocht?
  14. Wanneer gaan de mannen misschien naar Eindhoven?
  15. Wat kunnen ze daar zien?
  16. Hoe vind jij reizen?
  17. Hoeveel staten van Amerika heb je al bezocht?
  18. Wat is jouw vaderland?
  19. Welke produkten worden door de Verenigde Staten uitgevoerd?
  20. Welke produkten exporteert Canada?
  21. Exporteert Amerika ook fruit?
  22. Worden er zuivelprodukten uitgevoerd door Amerika?
  23. Heb je het Evoluon al gezien?
  24. Welke elektronische apparaten gebruik je thuis?
  25. Waar worden ze gemaakt?


前へ  目次へ