Hannie houdt van zwemmen. Wim houdt van fietsen.
Hannie houdt van zwemmen en Wim houdt van fietsen.
Mnr. Van Dam werkt in een kantoor. Moeder werkt thuis.
Mnr. Van Dam werkt in een kantoor maar Moeder werkt thuis.
De familie gaat naar Duitsland. Ze blijven thuis.
De familie gaat naar Duitsland of ze blijven thuis.
Moeder rijdt snel naar huis. De kinderen zijn thuis.
Moeder rijdt snel naar huis want de kinderen zijn thuis.
二つの最も一般的な従属接続詞は omdat と dat です。
Mnr. Van Dam werkt vandaag niet. Het is zondag.
Mnr. Van Dam werkt vandaag niet omdat het zondag is. or
Omdat het zondag is, werkt mnr. Van Dam vandaag niet.
Mev. Van Dam zegt: Hij gaat vandaag niet naar de stad.
Mev. Van Dam zegt dat hij vandaag niet naar de stad gaat.
この他、次のような従属接続詞がしばしば用いられます。
spreken - to speak
weten - to know corresponderen - to correspond moeilijk (vinden) - (to find) hard leren - to learn, teach, study heten - to be called moeten - must, to have to het druk hebben - to be busy de auto - the car de brief - the letter de naam - the name mensen - people getrouwd - married misschien - perhaps, maybe soms - sometimes helemaal (niet) - altogether, (not) at all natuurlijk - naturally, of course af en toe - now and then echt - real(ly) te - too prachtig - beautiful dus - thus, therefore, so |
Hoe heet je? etc. - What is your name?
Ik denk het. - I think so. nog niet - not yet niet meer - not any more, no longer waarschijnlijk - probably Amerika - America
|
注 i. 'Ze' はしばしばオランダ語においては目的格として用いられます。ですから、英語の'them' を直訳すると 'hen' と 'ze'のどちらにもなります。:実際、'I see them' は通常 'Ik zie ze'と訳されます。'Ze' は語勢が弱い形であり、'hen' は若干語勢が強くなります。例えば、物を比較する場合などです。:Praat je met ons of met hen?
アメリカからの手紙 EEN BRIEF UIT AMERIKAMoeder: Wist je dat je een oom in Amerika hebt?Henk : Nee, dat wist ik helemaal niet. Moeder: Ja, ik heb een broer in Amerika, jouw oom dus. Hij is in 1952 naar Noord-Amerika geemigreerd toen veel mensen geemigreerd zijn. Eerst heeft hij in Canada gewoond, maar nu woont hij in Michigan, in de Verenigde Staten. Hij heet Cor. Henk : Is hij getrouwd? Moeder: Ja, hij is getrouwd met een Amerikaanse vrouw. Henk : Hebben ze kinderen? Moeder: Ja, twee, een jongen en een meisje. Henk : Hoe heten ze en hoe oud zijn ze? Moeder: De jongen heet Jim; hij is 16. Het meisje heet Jan; zij is veertien. Hun moeder heet Jane. Henk : Jan? Dat is een jongensnaam! Moeder: Nee, in Nederland wel, maar in Amerika niet. Henk : Spreken ze Nederlands? Moeder: Oom Cor natuurlijk wel, maar de kinderen waarschijn- lijk niet veel. Jullie moeten ze Nederlands leren zodra ze hier zijn. Zijn vrouw verstaat wel een beetje Nederlands. Thuis spreken ze natuurlijk alleen Engels aangezien ze in Amerika wonen. Henk : Correspondeert u met ze? Moeder: Ja, af en toe. Ik heb vandaag een brief van ze gehad. Henk : En wat schrijven ze? Moeder: Mijn broer schrijft dat ze in de zomer naar Nederland komen tenzij hij het te druk heeft. Henk : Echt?! Dat is interessant! |